Nergens in de bijbel wordt de sabbat door een gebod of voorbeeld van Jezus
Christus of de apostelen ongeldig verklaard. Als we zorgvuldig en eerlijk de
meest controversiële en moeilijke uitspraken van Paulus bestuderen, zullen we
zien dat ook hij nooit zijn autoriteit gebruikte om het houden van de sabbat af
te schaffen.
In de evangeliën is het twistpunt altijd hoe en niet of de
sabbat gehouden moet worden. Jezus zegt nooit dat de sabbat er niet meer toe
doet en dat we hem daarom niet langer behoeven te onderhouden. Het is heel
duidelijk dat Hij hem hield, anders zouden de aanvallen van de joden tegen Hem
zich in het bijzonder hebben gericht op waarom Hij dat niet deed. In plaats
daarvan vielen ze Zijn manier van onderhouden aan.
Sommigen redeneren dat de enige reden dat Jezus hem hield, traditie was,
omdat Hij een jood was. Hij beantwoordt dit Zelf, als Hij opmerkt dat de sabbat
voor de mens werd gemaakt, niet alleen voor de joden, en dat Hij er Heer over is
(Marcus 2:27-28). Hij is ook ons voorbeeld en wij moeten wandelen zoals Hij
wandelde (1 Johannes 2:4-6). Als we Hem nauwgezet willen volgen, dan zullen we
dezelfde dagen houden als Hij.
Het artikel van de vorige maand liet zien dat God ons het vierde gebod gaf om
ons in staat te stellen Hem, de enige ware God, beter te aanbidden. Het voorziet
ons van de tijd om met Hem om te gaan en Hem, onszelf en onze plaats binnen Zijn
doel te begrijpen. Hoe deze tijd te gebruiken wordt dan van het grootste belang.
Sommigen geloven dat Christus de sabbat niet afschafte. Anderen zijn van
mening dat Hij dat wel deed, maar zij onderhouden hem uit traditie. Velen in
beide kampen hebben hun onderwijs echter zo vrijzinnig gemaakt dat de manier
waarop zij die dag onderhouden niet veel anders blijkt te zijn dan de manier
waarop de wereld zondag houdt.
Aangezien het vanuit de bijbel duidelijk is dat Christus hem onderhield, zal
dit artikel zich richten op Zijn houding ten opzichte van de sabbat. We zullen
zien dat Hij, veelmeer dan hem af te schaffen, hem hoog hield! Door dat te doen
geeft Hij ons het fundament om onze eigen sabbat-activiteiten te beoordelen. Hij
brengt die dag terug tot zijn oorspronkelijke door God gegeven bedoeling en
bevrijdt die dag alleen met betrekking tot de verdraaide, slavernij
voortbrengende benadering van de Farizeeën.
Houding van de maatschappij
Ezechiël 20:21 staat in het midden van Gods aanklacht dat Hij Israël in
ballingschap zond vanwege afgodendienst en het overtreden van het sabbatsgebod.
Ezechiël 20:21 Maar die zonen waren weerspannig tegen Mij; zij
wandelden niet naar mijn inzettingen en onderhielden geenszins mijn
verordeningen; de mens die ze opvolgt, zal daardoor leven. Mijn sabbatten
ontheiligden zij, zodat Ik overwoog mijn grimmigheid over hen uit te storten,
mijn toorn ten volle over hen te doen komen in de woestijn.
Er zijn drie mogelijkheden betreffende Israëls overtreden van het
sabbatsgebod:
Ze verwierpen Gods sabbat helemaal voor een andere dag.
Ze ontheiligden wat ze van Gods sabbat hadden door een zorgeloos,
zelfgericht onderhouden.
Het meest aannemelijk is dat het een combinatie van beide was. Sommigen verwierpen hem volledig en anderen gingen er onzorgvuldig mee om.
Wat het ook was, het resulteerde in hun ballingschap. Het op de juiste manier
onderhouden van de sabbat is een ernstige zaak voor God.
Als we naar de maatschappij en de geschiedenis kijken hoe we de dag moeten
onderhouden, worden we met de nodige verwarring geconfronteerd. Op het eerste
gezicht beschrijft het Nieuwe Testament een streng wetticisme bij de Farizeeën
of een ascetisme bij de heidenen. Heden ten dage zouden we het extreem rechts of
een reactionair conservatisme kunnen noemen.
Nu worden we echter met de andere kant van de medaille, liberalisme (vrijzinnigheid),
geconfronteerd. We hebben zelfs niet het flauwste idee hoe de dag te onderhouden!
De gewoonlijk gevolgde cyclus van zes werkdagen en één dag van rust en
aanbidding is een erfenis vanuit de bijbel. Maar vanaf onze vroegste jeugd heeft
de nadruk op een dag zondag gelegen, die niemand heilig kan houden omdat
de heilige God die dag nooit geheiligd heeft.
Wegens wetenschappelijke, industriële en technologische vooruitgang in de
vrij recente geschiedenis heeft de maatschappij een radicale verandering
ondergaan. Kortere werkweken geven bijna iedereen meer vrije tijd. Toch spannen
bedrijven zich tot het uiterste in om de tijd zo productief mogelijk te benutten
door het invoeren van een ploegensysteem, zodat de weekcyclus gewoon een vaag
iets wordt.
We zijn ook gaan denken dat de tijd ons geheel toebehoort, zodat we hem
volledig naar eigen goeddunken kunnen benutten. Dit maakt ons heel scherp bewust
van de vrije tijd die we hebben. We gebruiken die dus zoals het bedrijfsleven
die gebruikt we gebruiken ieder moment. Op zondag hebben we dus het "uur"
van aanbidding. De mensen besteden, met een goed geweten, de rest van hun tijd
op die dag door of geld te verdienen of hun plezier te zoeken in vermaak,
onderhoud van het huis of hobby's. Ondertussen schenken ze geen aandacht aan de
ware sabbat of maken hem belachelijk. Dit is de situatie waar we mee te maken
krijgen, als we proberen de sabbat te gaan houden of doorgaan met het houden van
de sabbat.
Principes toepassen
God geeft ons in de bijbel maar weinig specifieke punten met
betrekking tot hoe we de sabbat moeten houden. In plaats daarvan geeft Hij
algemene principes en verwacht van ons dat we overwegen hoe die toe te passen.
Waar kunnen we die principes vinden? Bijna automatisch associëren de meesten
van ons de sabbat met het Oude Testament. Verrassend genoeg vinden we echter
veel van de instructie betreffende het houden van de sabbat in het Nieuwe
Testament.
Jesaja 42:21 bevat een belangrijk principe om het werk van Christus te
begrijpen.
Jesaja 42:21 (Statenvertaling) De HEERE had lust aan hem, om
Zijner gerechtigheid wil; Hij maakte hem groot door de wet, en
Hij maakte hem heerlijk. [De schuin gedrukte woorden staan niet in
het oorspronkelijke Hebreeuws, maar zijn door de vertalers, naar hun
interpretatie toegevoegd.]
Jesaja 42:21 (Petrus Canisius vertaling) Het had Jahweh in zijn
goedheid behaagd, Een wet u te schenken, groots en verheven!
We richten ons vaak op de bergrede waarin Jezus de wet verder uitdiepte en
daardoor "groot maakte". Hij onderwees daar dat boosheid en haat de
geest van moord in zich hebben, en begeerte de geest van overspel. Tijdens Zijn
gehele aardse optreden richtte Jezus echter doelbewust en vaak de aandacht op de
sabbat om de bedoeling van die dag groot te maken.
Jezus deed de dingen op de juiste manier. We moeten dus naar Hem kijken hoe
Hij de sabbat hield om voorbeelden van deze principes te vinden. Om de sabbat op
de juiste manier te houden, moeten we eerst het doel van die dag begrijpen. Het
allereerste begin van Jezus' optreden verschaft heel wat informatie over dit
belangrijk onderwerp.
De sabbat is zo belangrijk dat Jezus' optreden formeel op een sabbat begon en
eindigde op een voorbereidingsdag pal voor een andere sabbat (Johannes 19:31)!
We zien dat Hij Zijn optreden in Lucas 4:16-19 begint, waar Hij Zijn opdracht
onder woorden brengt.
Lucas 4:16-19 En hij kwam te Nazaret, waar Hij opgevoed was, en Hij
ging volgens zijn gewoonte op de sabbatdag naar de synagoge en stond op om
voor te lezen. 17 En Hem werd het boek van de profeet Jesaja ter hand
gesteld en toen Hij het boek geopend had, vond Hij de plaats, waar
geschreven is: 18 De Geest des Heren is op Mij, daarom, dat Hij Mij gezalfd
heeft, om aan armen het evangelie te brengen; en Hij heeft Mij gezonden 19
om aan gevangenen loslating te verkondigen en aan blinden het gezicht, om
verbrokenen heen te zenden in vrijheid, om te verkondigen het aangename jaar
des Heren.
Door Jesaja 61:1-2 in Zijn eerste preek aan te halen, karakteriseert Jezus
Zijn opdracht als mensen vrij te maken van slavernij. Hij noemt specifiek het
vrijmaken van de armen (zwakken, zonder kracht), de gebrokenen van hart, de
gevangenen, blinden en verdrukten.
"Het aangename jaar des HEREN" is niet de tijd wanneer wij God
aangenaam gaan vinden, maar de tijd dat God, in Zijn soevereine genade, in actie
komt om ons te veranderen zodat wij aangenaam voor Hem worden. Het is een tijd
waarin Hij ervoor kiest mensen te bevrijden. Nog specifieker, het verwijst naar
twee oudtestamentische instellingen, of het sabbatsjaar ieder zevende jaar voor
het land, of het jubeljaar. De Israëlieten beschouwden deze jaren als
bevrijders van de verdrukten. In die jaren lag het land braak en het voedsel dat
dan spontaan opkwam was voor de armen, voor hen die geen bezittingen hadden en
de dieren. Slaven werden bevrijd en schulden kwijtgescholden. Tijdens een
jubeljaar ontvingen schuldenaren hun land dat ze door verkeerd beheer kwijt
waren geraakt, weer terug.
Jezus zegt in vers 21:
Lucas 4:21b Heden is dit schriftwoord voor uw oren vervuld.
Dat was op een sabbat en door de typologie laat Christus duidelijk zien dat
Zijn bevrijdende taak ook de bevrijdende doelstelling van de sabbatten inhield,
zowel de wekelijkse als de jaarlijkse. In Marcus 2:27 zegt Jezus:
Marcus 2:27 ... De sabbat is gemaakt om de mens, ...
God maakte de sabbat om ons in staat te stellen uit geestelijke slavernij te
komen en zelfs nog sterker, om ons te helpen eruit te blijven.
Genesis 2:3 zegt dat God de sabbatdag zegende, iets dat Hij met geen enkele
andere dag deed. Deze zegen volgt op de hielen van de duidelijk fysieke
zegeningen die God over de dieren (1:22) en de mens (1:28) uitsprak. De bijbel
laat zien dat een zegen iets is dat gegeven of verleend wordt om een vollediger
en overvloediger leven te kunnen leiden. De zegen van de sabbat, verleend aan de
gehele schepping, fungeert als de culminerende afsluiting van de scheppingsweek.
Door een steeds terugkerende tijdsperiode te zegenen, belooft God de
weldoener van de mens te zijn door de gehele loop van de menselijke geschiedenis
heen! De zegen roept Gods gunst af en de voornaamste bedoeling ervan is dat God
onze geestelijke Weldoener zal zijn. Het omvat echter ook het fysieke.
Jezus koppelt Zijn opdracht dus duidelijk aan de sabbatsconcepten van zegen,
bevrijding, vrijheid en verlossing.
Waaraan de sabbat doet terugdenken
Als we de sabbatsgeboden in Exodus 20 en Deuteronomium 5 met elkaar
vergelijken, zien we een belangrijk verschil in bewoordingen over wat God ons op
die dag in herinnering wil brengen. Exodus 20 koppelt het gedenken van de sabbat
en het heilig houden ervan aan Gods scheppend handelen. Deuteronomium 5
zegt dat de sabbat ons eraan herinnert dat we slaven in Egypte waren.
Iedere sabbat zou ons eraan moeten herinneren dat God Schepper is. Dat is echter
niet altijd een antwoord op onze onmiddellijke noden, omdat de schepping in het
verre verleden plaatsvond. Maar elke sabbat zou ons er ook aan moeten herinneren
dat God Bevrijder is. We houden de sabbat, omdat wij vrij zijn en vrij
willen blijven.
Door heel Zijn handelen met Israël heen heeft God Zijn sabbatten gebruikt om
Handelingen van bevrijding uit te voeren. Israël verliet Egypte op een sabbat
en ging een week later op een sabbat door de Rode Zee de woestijn in. Hij gaf
Zijn wet bestaande uit de tien geboden, leidde Israël door de Jordaan het
beloofde land in en verbrak de muren van Jericho allemaal op een sabbat. God
verlangt van Zijn volk dat ze de sabbat houden om hun vrijheid in stand te
houden. Toen Israël de sabbat verwierp, verloren zij hun vrijheid en gingen in
ballingschap.
Naties stellen herdenkingsdagen vast, zoals de Onafhankelijkheidsdag, omdat
de leiders willen dat het volk een periodieke herinnering heeft aan hun erfgoed.
Ze willen dat ze erover nadenken waarom ze hebben wat ze hebben. Ze willen
bewondering teweegbrengen voor de ideeën waarop hun manier van leven is
gebaseerd en het volk inspireren die principes hoog te houden en te versterken.
Gods gedenkdag, de sabbat, Zijn Onafhankelijkheidsdag, is zo belangrijk voor
Zijn doel dat Hij deze iedere week laat terugkeren, niet slechts eens per jaar.
Deze dag dient als een voortdurende vernieuwing van ons geestelijk erfgoed van
Hem en van onze oorspronkelijke bevrijding van de zonde. Hij helpt ons om ons
weer te oriënteren op elk gebied waar we verkeerd gegaan kunnen zijn. Hebreeën 4 openbaart daar nog bij dat de sabbat verwijst naar Christus' regering tijdens
het millennium, de periode waarin Hij een eind zal maken aan de vrijheid van
Satan en die van de mens zal herstellen.
De oorspronkelijke bedoeling herstellen
Jezus' genezing van de man met de verschrompelde hand (Mattheüs 12:9-14;
Marcus 3:1-6) laat een fundamenteel verschil zien tussen Jezus en de Farizeeën
in hun benadering van de sabbat. Het was niet uit liefhebbende bezorgdheid dat
de Farizeeën in de synagoge waren om te aanbidden en Jezus de vraag stelden
"Is het toegestaan om op de sabbat te genezen?". Daarentegen hadden
zij een beschuldigende houding en probeerden Christus te veroordelen op basis
van hun inzettingen.
Het helpt om de historische context in gedachten te halen. De joden hadden
specifieke regels en inzettingen bedacht om iedere mogelijkheid tot zondigen op
te vangen. Uiteindelijk stelden ze 1521 regels op betreffende alleen al het
gedrag op de sabbat. In Jezus' tijd hadden zij hun onderhouden van de wet reeds
veranderd in een wettisch ritueel in plaats van in een liefhebbend dienen van
God en de naaste. Ze deden dit oprecht in een ijdele poging heilig te worden,
niet begrijpend dat de mens niet op deze manier geestelijk heilig wordt.
Wat doet Christus in deze karakterschets? Schaft Hij de sabbat af of herstelt
Hij de oorspronkelijke, goddelijke bedoeling en functie ervan, net zoals Hij in
Mattheüs 19:8 deed met huwelijk en scheiding? Hij geeft geen aanduiding dat Hij
hem wilde afschaffen. Hij liet slechts duidelijk hun misplaatste perceptie zien
van hoe de sabbat moest worden gehouden.
Wij moeten ook inzien dat de bevrijdende genezing die Hij uitvoerde niet
plaatsvond voor iemand wiens leven in onmiddellijk gevaar was, maar voor iemand
die chronisch ziek was. Dat zijn wij geestelijk ook, zoals Jeremia 17:9 zegt.
Jeremia 17:9 Arglistig is het hart boven alles, ja, verderfelijk [kan
ook vertaald worden met: ongeneeslijk ziek] is het; wie kan het kennen?
God geeft ons de sabbatdag om ons te helpen bevrijden van de chronische
problemen van de menselijke natuur.
Marcus 3:3-4 versterkt Jezus' houding betreffende activiteiten op de sabbat.
Markus 3:3-4 En Hij zeide tot de mens met de verschrompelde hand: Kom
in het midden staan. 4 En Hij zeide tot hen: Is het geoorloofd op de sabbat
goed te doen of kwaad te doen, een leven te redden of te doden? Maar zij
zwegen stil.
Door Jezus' voorbeeld, Zijn reactie (boosheid, vers 5) en Zijn woorden maakt
God heel duidelijk dat Hij wil dat we goed doen op de sabbat; nalaten om goed te
doen als de gelegenheid zich voordoet is verkeerd en staat in principe gelijk
aan doden!
Het blijkt dat Jezus niet Zijn uiterste best deed om mensen te vinden om op
sabbat te genezen, maar dit waren incidentele gebeurtenissen die op Zijn weg
kwamen. Als een ziek iemand onder Zijn aandacht kwam, dan genas Hij hem. Maar
iemand die zich op de sabbat geen zorgen maakt over het fysieke en geestelijke
behoud van anderen is automatisch in zekere mate betrokken bij vernietigende
inspanningen en houdingen, want nalaten goed te doen als de gelegenheid zich
voordoet is zonde (Spreuken 3:27-28; Jacobus 4:17). God is bezig om ons voor te
bereiden Hem bij te staan in het behouden van anderen en het past ons om langs
deze lijnen te gaan denken.
Een dag om goed te doen
Zoals er in Deuteronomium 5:12-15 staat, legt het gebod uit dat God de sabbat
instelde opdat wij medeleven zouden tonen aan de behoeftigen en de weerlozen.
Exodus 23:12 versterkt dit idee:
Exodus 23:12 Zes dagen zult gij uw werk doen, maar op de zevende dag
zult gij rusten, opdat uw rund en uw ezel uitrusten, en de zoon van uw
slavin en de vreemdeling adem scheppen.
Het idee om op de sabbat goed te doen komt uit dit soort principes voort.
Het Nieuwe Testament laat twee types sabbathouders zien: Christus, die naar
manieren uitkeek om lasten te verlichten en levens te redden; en de Farizeeën,
die hem gebruikten om naar overtredingen uit te kijken en uitkeken naar manieren
om Hem te vangen. Evenals Christus moeten wij bezorgd zijn om het potentieel van
mensen. Hij bevrijdde hen van lasten, ongeacht welke dag het was, zodat ze meer
konden voortbrengen. Zulk werk eert God. Verlossing, de geestelijke schepping en
liefde voor de naaste zijn de essentie van het houden van de sabbat.
In Lucas 13:10-17 geneest Christus een ander chronisch zieke persoon op de
sabbat. Deze keer wachtte Hij echter niet totdat iemand Hem vragen stelde. Het
voorval onthult duidelijk de verlossende en bevrijdende bedoeling van Gods
sabbat. Als Jezus zegt: "Gij zijt verlost", reageert de overste der
synagoge onmiddellijk, omdat voor hem de sabbat eruit bestond regels te
gehoorzamen in plaats van mensen lief te hebben.
Jezus antwoordt in de verzen 15 en 16 door de nadruk te leggen op het
principe van de sabbat:
Lucas 13:15-16 Maar de Here antwoordde hem en zeide: Huichelaars,
maakt ieder van u niet op de sabbat zijn os of zijn ezel van de kribbe los
en leidt hem weg om hem te laten drinken? 16 Moest deze vrouw, die een
dochter van Abraham is, welke de satan, zie, achttien jaar gebonden had,
niet losgemaakt worden van deze band op de sabbatdag?
Christus gebruikt hier een woordspeling. Hij gebruikt hetzelfde werkwoord
"losmaken" voor de os en de ezel, evenals Hij dit doet voor de vrouw
die door genezing werd "losgemaakt" van Satan.
Jezus handelt dus tegen hun traditie, maar daagt nergens de bindende
verplichting uit om de sabbat te houden. Zijn voorbeeld toont veeleer dat we op
barmhartige wijze moeten evalueren om anderen te helpen hun zware lasten af te
leggen. Hij betoogt dat we de ware waarden moeten leven.
Werken voor behoud
We kunnen Johannes 5:1-18 en 9:1-41 tezamen in overweging nemen, omdat hun
gemeenschappelijk onderwerp de relatie laat zien tussen de sabbat en het werk
van behoud. Beide mensen die Jezus geneest zijn chronisch ziek: de één al 38
jaar, de ander is blind vanaf zijn geboorte. Hij zegt beiden iets te doen:
"Sta op, neem uw matras op en wandel" (5:8) en "Ga heen, was u in
het badwater Siloam" (9:7).
In beide gevallen beschuldigen de Farizeeën Hem van het overtreden van de
sabbat (5:16, 18; 9:16, 24). Christus verwerpt de aanklachten tegen Hem door te
stellen dat Zijn werken van genezing binnen het sabbatsgebod vallen en
gelijkwaardig zijn aan de werken van God (5:16-18; 9:4, 14). Zijn argument is
dat, anders dan mensen, God het sabbatsgebod niet overtreedt. Daarom is het werk
dat God op de sabbat doet, geen overtreden van de sabbat; Zijn werken typen
van Zijn behoud bevrijden mensen van lasten.
Johannes 5:17 Maar Hij antwoordde hun: Mijn Vader werkt tot nu toe en
Ik werk ook.
Welk werk doet de Vader?
Psalm 74:12 Toch is God mijn Koning van oudsher, die in het midden
der aarde verlossing bewerkt.
God werkt altijd verder naar de voltooiing van Zijn doel het behoud van
de mensheid. Jezus werkt binnen hetzelfde proces en maakt hier opvallend genoeg
op de sabbatdagen een zaak van. Gods werk is het scheppen van zonen naar Zijn
beeld. Dus maken genezing, het vergeven van zonde en het goed doen deel uit van
Christus' werk als Verlosser en Hogepriester, zodat Hij de "Eerstgeborene
onder vele broederen" kan zijn.
Johannes 7:22-24, een echo van hoofdstuk 5, laat zien hoe ver het oordeel der
joden, gelet op de omstandigheden, buiten alle proporties was. Naar hun oordeel
was het niet dragen van een matras en het niet maken van klei op de sabbat
belangrijker dan iemand genezen. Jezus probeert het hun daarom anders te laten
zien:
Johannes 7:22-24 Daarom: Mozes heeft u de besnijdenis gegeven
niet, dat zij van Mozes komt, maar van de vaderen en gij besnijdt een
mens op sabbat. 23 Als een mens op sabbat de besnijdenis ontvangt, opdat de
wet van Mozes niet verbroken worde, zijt gij dan op Mij vertoornd, omdat Ik
op sabbat een gehele mens gezond gemaakt heb? 24 Oordeelt niet naar het
aanzien, maar oordeelt met een rechtvaardig oordeel.
De joden beschouwden de besnijdenis als een toegestane handeling op de sabbat.
De bijbel zegt nooit rechtstreeks waarom dit zo was, omdat iedereen dat begreep.
Zij beschouwden de besnijdenis als een verlossende handeling, net zoals wij de
doop als een verlossende handeling beschouwen en op de sabbat mensen dopen. De
joden oordeelden het juist om één van de 248 lichaamsdelen weg te snijden om
de gehele mens te behouden.
Christus redeneert dat de werken van behoud niet alleen door de Vader, maar
ook door Zijn dienaren (bijvoorbeeld de priesters die een besnijdenis uitvoerden)
worden uitgevoerd. Voor Christus, Gods ware Dienaar, is de sabbat de dag om aan
het behoud van de gehele mens te werken, zowel fysiek als geestelijk. Als het
toegestaan is een deel van het lichaam van een jongen op de sabbat weg te
snijden om aan het Oude Verbond te voldoen, hebben ze geen reden boos op Hem te
zijn als Hij op barmhartige wijze iemand op de sabbat weer tot een gezonde
toestand terug brengt.
Een dag van barmhartigheid
Mattheüs 12:1-8 voegt nog een ander voorbeeld toe van confrontaties die
Jezus op sabbat met de Farizeeën had.
Mattheüs 12:1-8 Te dien tijde ging Jezus op de sabbat door de
korenvelden en zijn discipelen kregen honger en begonnen aren te plukken en
te eten. 2 Maar toen de Farizeeën dit zagen, zeiden zij tot Hem: Zie, uw
discipelen doen wat men op sabbat niet mag doen. 3 En Hij zeide tot hen:
Hebt gij niet gelezen wat David gedaan heeft, toen hij en die met hem waren
honger kregen? 4 Hoe hij het huis Gods binnengegaan is en zij de toonbroden
hebben gegeten, waarvan hij noch die met hem waren mochten eten, doch alleen
de priesters? 5 Of hebt gij niet gelezen in de wet, dat op de sabbat de
priesters in de tempel de sabbat schenden zonder schuldig te zijn? 6 Maar Ik
zeg u: Meer dan de tempel is hier. 7 Indien gij geweten hadt, wat het zeggen wil: Barmhartigheid wil Ik en geen offerande, dan zoudt gij geen
onschuldigen hebben veroordeeld. 8 Want de Zoon des mensen is heer over de
sabbat.
Volgens de Farizeeën oogsten, dorsten en ziftten de discipelen het graan; ze
waren schuldig aan het bereiden van een maaltijd. Wat was de motivatie van de
discipelen? Ze reisden en waren hongerig en hadden geen plek om een maaltijd te
bereiden. Ze waren jong en sterk en zouden zonder schade hebben kunnen vasten,
maar omdat het een sabbat was, vestigde Jezus de aandacht op één van de
hoofddoeleinden van de sabbat. Het is een dag van barmhartigheid.
Christus ontleende deze rechtvaardiging aan 1 Samuël 21:1-6. Hij redeneert,
dat als David onder ongebruikelijke omstandigheden zijn honger kon verdrijven
door het eten van brood dat voor heilig gebruik was bestemd, dat dan de
discipelen ook gerechtvaardigd waren in ongebruikelijke omstandigheden in hun
noden te voorzien. De nadruk ligt hier op "ongebruikelijke". Hoe vaak
moest David voor zijn leven vluchten en was hij hongerig in de buurt van de
tabernakel? Dat gebeurde minstens één keer, maar zelfs voor een krijgsman als
David vonden zulke situaties slechts zelden plaats.
De gehele les is, dat God Zijn wet niet heeft bedoeld het leven te ontnemen,
maar om het leven zeker te stellen. Als er zich een behoefte voordoet, dan
moeten we ons niet in ons geweten bezwaard voelen om de sabbat op een manier te
gebruiken die normaal niet in overeenstemming met de wet zou zijn.
Christus geeft toe dat Davids acties normaal niet in overeenstemming met de wet
zouden zijn en ook die van Zijn discipelen niet behalve dan onder de gegeven
omstandigheden. In dit geval trof hen geen schuld OMDAT EEN BELANGRIJKERE
VERPLICHTING DE LETTER VAN DE WET TE BOVEN GING. In deze omstandigheid was
barmhartigheid belangrijker dan het afzien van een maaltijd. Heilig brood en
heilige tijd kunnen in uitzonderingsgevallen gebruikt worden om het leven in
stand te houden en God te dienen.
Christus benut de situatie om een daaraan gekoppelde les te onderwijzen. Hij
vestigt de aandacht op de omvang van het werk van de priesters in de tempel. Hun
werk verdubbelde zich in feite op de sabbat vanwege het aantal offeranden dat
God vereiste, toch trof hen geen schuld. Waarom? Ze waren betrokken bij Gods
scheppende en bevrijdende werk, zoals Jezus in Johannes 5, 7 en 9 uitlegt. Zij
vervulden een doel van de sabbat dat door iemand gedaan moest worden.
Als het Hoofd van Gods geestelijke tempel, de kerk, is Jezus Christus groter
dan de fysieke tempel. Hij is er de Hogepriester van en de twaalf discipelen
waren Zijn dienaren, dus ook hun taken namen op de sabbat tezamen met die van
Hem toe. Hetzelfde geldt voor Gods dienaren in deze tijd. Ons sabbatswerk is
gelijk aan of zelfs meer dan dat van de gewone dagen.
Vanwege de betrokkenheid der discipelen bij het werk van God, schreven de
omstandigheden voor dat de sabbat ontheiligd moest worden. Hieruit kunnen wij
begrijpen dat LIEFDEVOLLE DIENST HET VOLDOEN AAN HET RITUEEL TE BOVEN GAAT.
Wat is barmhartigheid? Dat is een behulpzame handeling waar en wanneer die nodig
is. Het is een handeling van liefdevolle bemoediging, troost, medelijden en
sympathie voor de behoeftigen. Het is het verlichten van een last.
Gemaakt voor de mens
Marcus 2:27-28 zegt dat de sabbat gemaakt werd voor of ten behoeve van de
mens. God maakte deze dag na de schepping van de mens, niet om hem een slaaf van
regels te maken, maar om zijn fysiek en geestelijk welzijn zeker te stellen. Al
moeten we rusten van ons werk om in ons levensonderhoud te voorzien, het is toch
een dag van intensief werken dat tot behoud leidt, tot het voorbereid worden op
het Koninkrijk van God. Die dag is niet bedoeld om een dag van passief niets
doen te zijn, maar een dag van actief, liefhebbend dienen om waar de
omstandigheden zich voordoen anderen te helpen.
De Schriften laten zien dat Jezus de sabbat onderhield door diensten bij te
wonen, door broederlijke omgang, door Gods waarheid te onderwijzen en
Handelingen van goedheid te verrichten die anderen vrijheid, vreugde en vrede
brachten. Hierdoor worden duidelijke patronen vastgesteld. Wat heeft standaard
vermaak daarmee van doen? Ook daarvan rusten brengt onze volledige toewijding
aan Gods weg tot uitdrukking. Het laat zien waar onze interesses liggen.
Er zullen zich situaties voordoen die een mate van kennis van de Schriften
vereisen als leidraad en ter onderscheiding om te bepalen of een activiteit
binnen het kader van gehoorzaamheid ligt. Met de leiding van Jezus' houding en
handelingen, zouden we echter een goed fundament moeten hebben om de dingen juist te kunnen beoordelen.
De sabbat is een wonderlijke gave van God, gegeven om ons te helpen een
overvloedig leven tot stand te brengen. Laten we Hem allemaal daarvoor
dankzeggen en ernaar streven Hem in het gebruik ervan te verheerlijken.